Terug

Voeding & diëtetiek

september -oktober 2024

Als VBVD-lid ben je automatisch geabonneerd

Niet-VBVD-leden kunnen zich abonneren voor slechts € 75 per jaar incl. digitale toegang.

Een los nummer bestellen? Dat kan! Voor een recent exemplaar (minder dan 6 maand na uitgave) betaal je € 12,50 voor oudere nummers € 3,00
(+ verzendkosten: € 5 naar België, € 8 buiten België).

Het artikel dat je zoekt niet gevonden? Of staat het in een ouder tijdschrift? Aarzel niet om ons te contacteren en wij zoeken het voor je op.

Contacteer het secretariaat

1.    Editoriaal – Hoofdredactrice Britt Van de Voorde
Inleiding 

2.    VBVD Nieuws
Deze rubriek bevat meer informatie over de Commissie Oncologie van de VBVD. 

3.    In de media – BRIMichael Sels
Het artikel bespreekt de Body Mass Index (BMI) en introduceert de Body Roundness Index (BRI) als een verbeterde maatstaf voor het inschatten van gezondheidsrisico’s. De BMI, hoewel al decennialang gebruikt, wordt bekritiseerd vanwege zijn beperkingen, zoals het negeren van spiermassa en vetverdeling. De BRI biedt een nauwkeuriger beeld van lichaamsvet en de bijbehorende risico’s door middel van tailleomtrek, wat vooral belangrijk is voor het opsporen van visceraal vet. De BRI wordt gepresenteerd als een nuttig hulpmiddel voor diëtisten, niet alleen bij de beoordeling van overgewicht, maar ook voor risicogroepen zoals kankerpatiënten die kunnen lijden aan ondervoeding. Het behoud van gewicht en spiermassa is cruciaal voor deze patiënten omdat ondervoeding en cachexie hun herstel en overlevingskansen kunnen beïnvloeden. Het artikel benadrukt dat de BRI, door rekening te houden met vetverdeling en lichaamsvorm, beter in staat is om gezondheidsrisico’s zoals hart- en vaatziekten, diabetes en ondervoeding te voorspellen. De BRI kan een waardevolle aanvulling zijn in de dagelijkse praktijk van diëtisten, met als doel de gezondheid en levenskwaliteit van patiënten te verbeteren.

4.    In de media – Nutri-score Elke Godden
Dit artikel bespreekt de Nutri-Score, een voedingslabel dat consumenten helpt gezondere keuzes te maken door producten te categoriseren van A (gezond) tot E (ongezond). De score wordt berekend op basis van de hoeveelheid calorieën, zout, vetten, suiker, eiwitten, vezels, fruit en groenten per 100 gram of milliliter van het product. Ondanks de wetenschappelijke onderbouwing van de Nutri-Score, heeft een grote zuivelfabrikant besloten om te stoppen met het gebruik ervan. Dit besluit werd genomen omdat de Nutri-Score sommige producten, zoals drinkyoghurts, nu lager beoordeelt na een herziening van het algoritme.
De Nutri-Score wordt echter bekritiseerd omdat het niet rekening houdt met de bereidingswijze van producten en omdat het soms verwarrend kan zijn voor consumenten bij het vergelijken van verschillende productcategorieën. Bovendien is het selectief verwijderen van de Nutri-Score illegaal, en bedrijven die hieraan deelnemen moeten het label op al hun producten gebruiken. De handhaving van deze regels varieert per land, waarbij België bijvoorbeeld geen boetes heeft opgenomen in de officiële regulering.
De toekomst van de Nutri-Score hangt af van de naleving en handhaving van deze regels. Als bedrijven het label selectief kunnen gebruiken zonder gevolgen, kan dit het succes van de Nutri-Score ondermijnen.

5.    Eerstelijnszone/VIVEL
De opleiding "Onder 4 Ogen" van de VIVEL Academie, in samenwerking met Sensoa, richt zich op het verbeteren van communicatieve vaardigheden van eerstelijnszorgprofessionals over seksuele gezondheid. Deze cursus is bedoeld voor huisartsen, verpleegkundigen, apothekers, diëtisten kinesitherapeuten en maatschappelijk werkers. De opleiding biedt praktische tips en voorbeelden om gesprekken over seksuele gezondheid proactief en effectief te voeren. Het volgen van de cursus levert een certificaat en accreditatie op, mits de deelnemer minimaal 70% scoort op de kennistoets. De cursus is flexibel, kan op elk moment worden hervat, en is toegankelijk via desktop, laptop, smartphone en tablet.

6.    Ondervoeding bij kanker: een vaak onzichtbaar bijkomend risico! Marika Rasschaert
Het artikel bespreekt de resultaten van de ONCO-CARE studie, uitgevoerd in samenwerking met 18 Belgische ziekenhuizen, die het belang van voeding bij kankerpatiënten onderzoekt. In deze observationele studie werden 328 patiënten met gevorderde kanker gevolgd vanaf het begin van hun antikankerbehandelingen om hun nutritionele status te evalueren.
Gedurende drie opeenvolgende consultaties werden zowel medische als nutritionele gegevens verzameld. Patiënten rapporteerden dagelijks hun voedingsinname via een vragenlijst. De resultaten toonden aan dat 54,5% van de patiënten bij het eerste consult een verhoogd risico op ondervoeding had, wat tijdens de studieperiode steeg tot 73%. Artsen schatten dit percentage echter veel lager in, tussen de 14% en 16,5%.
Deze discrepantie benadrukt het vaak onzichtbare risico van ondervoeding bij kanker, wat kan leiden tot een lagere tolerantie voor chemotherapie, verhoogde nevenwerkingen en een verminderde levenskwaliteit. De studie pleit voor een vroegere screening van ondervoeding en het tijdig opstarten van een nutritioneel plan om de voedingsinname te verhogen. Dit kan mogelijk betere klinische resultaten en een verbeterde levenskwaliteit voor kankerpatiënten opleveren.

7.    Voedingssupplementen bij kanker: zelden werkzaam, soms nadeligBelgisch centrum voor Evidence-Based Medicine en Stichting tegen Kanker 
Het artikel bespreekt het gebruik van voedingssupplementen bij kankerpatiënten en de mogelijke risico’s en voordelen ervan. Voedingssupplementen zijn populair onder kankerpatiënten, met gebruikscijfers variërend van 20% tot 90%, afhankelijk van de populatie en het type kanker. Veel patiënten nemen supplementen zonder overleg met hun arts, wat kan leiden tot problematische interacties met kankerbehandelingen.
De auteurs benadrukken dat voedingssupplementen niet dezelfde strenge regelgeving volgen als geneesmiddelen, wat betekent dat hun veiligheid en effectiviteit niet altijd gegarandeerd zijn. Supplementen zoals vitamine C en E kunnen de effectiviteit van chemotherapie verminderen, terwijl vitamine K-supplementen de werking van bloedverdunners kunnen beïnvloeden. Andere supplementen, zoals sint-janskruid en kurkuma, kunnen ook negatieve interacties hebben met kankerbehandelingen.
De Stichting tegen Kanker biedt wetenschappelijk onderbouwde informatie over veelgebruikte voedingssupplementen en hun interacties met kankertherapieën. Ze raden kankerpatiënten aan om alleen supplementen te nemen op advies van hun behandelende arts, na het vaststellen van een tekort. De Supplementenwijzer en de supplementenwaaier zijn hulpmiddelen die betrouwbare informatie bieden aan patiënten en zorgverleners.
Kortom, hoewel voedingssupplementen vaak als ‘natuurlijk’ en veilig worden beschouwd, kunnen ze bij kankerpatiënten nadelige effecten hebben en moeten ze met voorzichtigheid en onder medisch toezicht worden gebruikt.

8.    Ben jij ondervoeding mee voor? - Sarah Dries + Stoppen met roken: het kan! - Ester Cornelis
De twee artikelen bespreken belangrijke aspecten van voeding bij kankerpatiënten, met een focus op ondervoeding en het gebruik van voedingssupplementen.
Artikel 1: Ondervoeding bij Kanker De ONCO-CARE studie, uitgevoerd in samenwerking met 18 Belgische ziekenhuizen, volgde 328 kankerpatiënten om hun nutritionele status te evalueren. De studie toonde aan dat 54,5% van de patiënten bij het eerste consult een verhoogd risico op ondervoeding had, wat steeg tot 73% tijdens de studieperiode. Artsen schatten dit percentage veel lager in, wat wijst op een vaak onzichtbaar risico. Ondervoeding kan leiden tot een lagere tolerantie voor chemotherapie en een verminderde levenskwaliteit. De studie pleit voor vroege screening en tijdige voedingsinterventies om de voedingsinname te verbeteren en de levenskwaliteit van patiënten te verhogen.
Artikel 2: Voedingssupplementen bij Kanker Voedingssupplementen zijn populair onder kankerpatiënten, maar kunnen problematische interacties hebben met kankerbehandelingen. Supplementen zoals vitamine C en E kunnen de effectiviteit van chemotherapie verminderen, terwijl andere zoals sint-janskruid en kurkuma ook negatieve interacties kunnen hebben. De Stichting tegen Kanker biedt wetenschappelijk onderbouwde informatie over veelgebruikte supplementen en raadt aan deze alleen te nemen op advies van een arts. De Supplementenwijzer en supplementenwaaier bieden betrouwbare informatie aan patiënten en zorgverleners.
Beide artikelen benadrukken het belang van goede voedingszorg en het vermijden van ongecontroleerd gebruik van supplementen bij kankerpatiënten.

9.    Uit de praktijk: het belang van voeding en samenwerking binnen de oncologische zorg Celine Bonneu
Het artikel benadrukt het belang van voeding en samenwerking binnen de oncologische zorg, specifiek gericht op patiënten met hoofd- en halskanker. Voeding speelt een cruciale rol in het verbeteren van de levenskwaliteit, het behouden van lichaamsgewicht en spiermassa, en het ondersteunen van het immuunsysteem. De prevalentie van ondervoeding bij deze patiënten is hoog, variërend van 20% tot 67% bij diagnose en oplopend tot meer dan 80% tijdens de ziekte.
Veelvoorkomende eetproblemen zijn dysfagie (slikproblemen), smaakverlies, en xerostomie (droge mond), die vaak leiden tot ondervoeding. Het artikel beschrijft een multidisciplinaire aanpak in het Brugs Oncologisch Hoofd-Halscentrum (BOHHC), waar medisch en paramedisch specialisten samenwerken om patiënten te ondersteunen. Een voorbeeld hiervan is een kookworkshop georganiseerd door BOHHC, AZ Sint Jan Brugge, Stichting tegen Kanker en Treatyoureat, waar patiënten en hun naasten praktische tips kregen om voeding aan te passen aan hun behoeften.
De workshop richtte zich op het aanpassen van voedingsconsistentie, omgaan met sensorische veranderingen en het verhogen van de voedingswaarde van maaltijden. De betrokkenheid van diëtisten, logopedisten, zorgconsulenten en chef-koks zorgde voor een holistische benadering van de zorg, wat bijdroeg aan een verbeterde levenskwaliteit voor de patiënten.

10.    Project: resultaten van het Europese INPRO-project 
Het artikel bespreekt het INPRO-project (2021-2023), dat een interprofessioneel competentieraamwerk ontwikkelde om de samenwerking tussen verschillende beroepsgroepen in de zorg te verbeteren. Dit raamwerk is bedoeld voor gebruik vanaf het begin van de opleiding tot het einde van de carrière van zorgprofessionals, volgens het principe van ‘een leven lang leren’. Het project richtte zich op het verbeteren van de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het werkveld, met als doel de kwaliteit van de zorg te verhogen.
Interprofessionele samenwerking, waarbij zorgverleners met verschillende achtergronden samenwerken, leidt tot betere zorguitkomsten, zoals minder opnamedagen, minder medische fouten, en hogere patiënttevredenheid. Het INPRO-project ontwikkelde modules en trainingen om deze samenwerking te bevorderen, waarbij de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) als gemeenschappelijke taal werd gebruikt.
Het project omvatte ook de oprichting van een student-gestuurde interprofessionele leerafdeling in revalidatiecentra, waar studenten uit verschillende disciplines samenwerkten en van elkaar leerden. Dit bevorderde hun interprofessionele competenties en bereidde hen voor op hun toekomstige carrière. De resultaten van het project tonen aan dat interprofessionele samenwerking niet alleen de zorgkwaliteit verbetert, maar ook bijdraagt aan een positieve werkcultuur en hogere werktevredenheid onder zorgprofessionals.

11.    Verslag: terugblik European Congress on Obesity Hilde Marinus
Het jaarlijkse Europese Obesitascongres (ECO 2024) in Venetië benadrukte de noodzaak van een gepersonaliseerde benadering van obesitas, waarbij BMI alleen niet voldoende is. Het congres besprak de voordelen van Medical Nutrition Therapy (MNT) en de rol van nieuwe obesitasmedicatie. Belgische experts deelden inzichten over levergezondheid, niet-stigmatiserende communicatie, en de uitdagingen van obesitas bij kinderen en mensen met type 1 diabetes. De European Coalition for People living with Obesity (EPCO) benadrukte de ervaringen van mensen met obesitas. Het congres onderstreepte dat samenwerking tussen zorgprofessionals essentieel is voor het verbeteren van de gezondheid van mensen met obesitas.

12.    Voor u gelezen: Plan 500Caroline Schoofs
Het boek “Plan 500” van Michael Sels promoot een gezondere levensstijl door dagelijks 500 gram groenten te eten. Het biedt praktische tips en eenvoudige recepten om meer groenten in het dieet op te nemen, zonder ingewikkelde dieetmaatregelen. Het boek bevat ook een weekmenu en vuistregels om gezonde eetgewoonten te bevorderen. Sels benadrukt dat het toevoegen van groenten niet alleen de voedingswaarde verbetert, maar ook de caloriedichtheid verlaagt en gezondheidsproblemen helpt voorkomen. De flexibele en duurzame benadering moedigt lezers aan om creatief te zijn met seizoensgebonden ingrediënten en stap voor stap gezondere keuzes te maken.