Kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg (Sokkelwetgeving)
In maart 2019 werd het wetsontwerp inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg, de zogenaamde 'sokkelwet', goedgekeurd. Op 14 mei verscheen in het Staatsblad de goedgekeurde “Wet inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg”, in de volksmond ook wel ‘sokkelwet’ genoemd. Deze wet trad in werking op 1 januari 2022. De volledige wettekst is terug te vinden onderaan in bijlage.
Het wetsontwerp is een lijvige tekst en we hebben de belangrijkste punten voor de diëtist hieronder samengevat:
Hoofdstuk 3.Afdeling 2 Bekwaamheid
Art. 8 De gezondheidszorgbeoefenaar verstrekt enkel gezondheidszorg waarvoor hij over de nodige aantoonbare bekwaamheid en ervaring beschikt. De gezondheidszorgbeoefenaar houdt in een portfolio de nodige gegevens bij, bij voorkeur in elektronische vorm, waaruit blijkt dat hij beschikt over de nodige bekwaamheid en ervaring.
De regels voor het portfolio moeten nog nader bepaald worden. Een eenvoudige manier om dit in deze fase te doen kan eruit bestaan om alle bewijzen/attesten van gevolgde opleiding chronologisch te rangschikken in een map of deze documenten in te scannen en ze in een elektronische folder bij te houden.
Art. 9 De gezondheidszorgbeoefenaar verwijst de patiënt naar een andere ter zake bevoegde gezondheidszorgbeoefenaar wanneer de gezondheidsproblematiek of de vereiste gezondheidszorg de grenzen van zijn eigen bekwaamheid overschrijdt. De gezondheidszorgbeoefenaar vermeldt de doorverwijzing in het patiëntendossier.
Hoofdstuk 3. Afdeling 3 Karakterisatie
Art. 12 Vooraleer de gezondheidszorgbeoefenaar gezondheidszorg verstrekt voert hij, indien pertinent, een karakterisatie van de patiënt en de betreffende verstrekking uit. De gezondheidszorgbeoefenaar analyseert de gezondheidstoestand van de patiënt en neemt de pertinente gegevens op in het patiëntendossier.
Hoofdstuk 3 Afdeling 6 Continuïteit
Art. 17 De gezondheidszorgbeoefenaar mag een aan de gang zijnde behandeling van een patiënt niet onderbreken zonder vooraf alle voorzieningen te hebben getroffen om de continuïteit van de zorg te garanderen. De gezondheidszorgbeoefenaar stelt met het oog op deze continuïteit de patiënt in kennis van de gezondheidszorgbeoefenaar die behoort tot hetzelfde gezondheidszorgberoep en die beschikt over dezelfde bekwaamheid waar de patiënt voor opvolging terecht kan indien hijzelf niet beschikbaar is voor zijn praktijkvoering.
Art. 19 De gezondheidszorgbeoefenaar deelt, mits toestemming van de patiënt als bedoeld in artikel 36, aan een ander behandelend gezondheidszorgbeoefenaar door de patiënt aangewezen om hetzij de diagnose, hetzij de behandeling voort te zetten of te vervolledigen, alle daaromtrent nuttige of noodzakelijke informatie mee.
Art. 20 § 1. Wanneer de gezondheidszorgbeoefenaar zijn praktijk definitief stopzet, maakt hij het patiëntendossier en eventueel andere nuttige en noodzakelijke inlichtingen voor de continuïteit van de zorg met toestemming van de patiënt over aan een andere gezondheidszorgbeoefenaar.
Hoofdstuk 3 Afdeling 8 Voorschrift
Art. 28. Wanneer een gezondheidszorgbeoefenaar die ofwel met het oog op het stellen of bevestigen van een diagnose ofwel met het oog op het opstarten van een therapie, een beroep wenst te doen op een andere gezondheidszorgbeoefenaar en een voorschrift opstelt, hierna verwijsvoorschrift genoemd, voldoet het verwijsvoorschrift aan volgende voorwaarden:
De voorwaarden worden opgesomd in de wettekst die je onderaan deze pagina kan downloaden.
Hoofdstuk 3 Afdeling 9 Praktijkinformatie
Art. 31 § 1. De gezondheidszorgbeoefenaar mag praktijkinformatie aan het publiek kenbaar maken. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder praktijkinformatie verstaan iedere vorm van mededeling die rechtstreeks en specifiek, ongeacht de daartoe aangewende plaats, drager of aangewende technieken, tot doel heeft een gezondheidszorgbeoefenaar te laten kennen of informatie te verstrekken over de aard van zijn beroepspraktijk.
§ 2. De gezondheidszorgbeoefenaar mag praktijkinformatie enkel aan het publiek kenbaar maken mits de hierna volgende voorwaarden worden nageleefd: 1° de praktijkinformatie moet waarheidsgetrouw, objectief, relevant en verifieerbaar zijn en ze moet wetenschappelijk onderbouwd zijn; 2° de praktijkinformatie mag niet aanzetten tot overbodige onderzoeken of behandelingen noch mag ze de ronseling van patiënten tot doel hebben. De praktijkinformatie vermeldt de bijzondere beroepstitel(s) waarover de gezondheidszorgbeoefenaar beschikt. Deze bepaling sluit niet uit dat de gezondheidszorgbeoefenaar ook kan informeren over bepaalde opleidingen waarvoor geen bijzondere beroepstitel bestaat.
Hoofdstuk 3 Afdeling 11 Patiëntendossier
Art. 33 De gezondheidszorgbeoefenaar neemt in voorkomend geval en binnen zijn bevoegdheid minstens volgende gegevens op in het patiëntendossier: alle noodzakelijke gegevens worden opgesomd in de tekst in bijlage.
Art. 34 Vanaf een door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad te bepalen datum houdt de gezondheidszorgbeoefenaar het patiëntendossier bij en bewaart het in elektronische vorm. De gezondheidszorgbeoefenaar bewaart het patiëntendossier gedurende minimum 30 jaar en maximum 50 jaar te rekenen vanaf het laatste patiëntencontact.
Hoofdstuk 3 Afdeling 12 Toegang tot gezondheidsgegevens
Art. 36 De gezondheidszorgbeoefenaar heeft toegang tot persoonsgegevens betreffende de gezondheid van de patiënt die worden bijgehouden en bewaard door andere gezondheidszorgbeoefenaars op voorwaarde dat de patiënt voorafgaand zijn geïnformeerde toestemming tot deze toegang gaf. De patiënt kan bij het verlenen van de in het eerste lid bedoelde toestemming bepaalde gezondheidszorgbeoefenaars uitsluiten.
Art. 40 De gezondheidszorgbeoefenaar die de persoonsgegevens betreffende de gezondheid van de patiënt bijhoudt en bewaart, neemt de nodige maatregelen opdat de patiënt kan controleren welke personen toegang hebben of hebben gehad tot de hem betreffende persoonsgegevens betreffende de gezondheid.
In een artikel in ZORGMagazine (jaargang 9, nummer 55, juni 2019, p. 24-25) werd de kwaliteitswet verder toegelicht door professor Tom Goffin. De kwaliteitswet is een update van KB78 die de kwaliteitseisen voor alle zorgberoepen bepaalt. Professor Goffin verklaart dat het doel is om eenvormige kwaliteitsregels in te voeren voor alle zorgberoepbeoefenaars. Iedereen moet kunnen bewijzen dat ze niet enkel een diploma hebben, maar ook daadwerkelijk bekwaam zijn om de job uit te voeren. Dit zal gebeuren a.d.h.v. een visum. Ook een deontologische code, zoals die al voor artsen bestaat, zal ingevoerd worden. Het visum wordt in de toekomst een professionele identiteitskaart van de zorgverlener, waar een portfolioverplichting aan gekoppeld is. Dit is een bewijs dat je juridisch bevoegd en feitelijk bekwaam bent.