Vlaamse Beroepsvereniging van Diëtisten

Op gesprek bij Minister Vandenbroucke

Op 20 maart werden docent Veerle Huysmans (Thomas More) en onze voorzitter Kris Gillis ontvangen op het cabinet van de minister. Wat ze er hebben aangekaart, lees je in onderstaand verslag.

Aanwezig: minister Vandenbroucke, Isabel Moens, Ri De Ridder, Tina Van Havere,
Veerle Huysmans (docent Thomas More) , Kris Gillis (voorzitter VBVD)
Het doel van ons gesprek was toe te lichten waarom de (h)erkennig van de diëtist als volwaardige partner in het MD-team met een correcte vergoeding als diëtist noodzakelijk is. 

1) Voedingszorg moet toegankelijk en betaalbaar zijn voor iedereen. Nog te vaak wordt de diëtist eenzijdig geassocieerd met gewichtscontrole, terwijl ze door hun degelijke wetenschappelijke opleiding en evidence based werking veel breder inzetbaar zijn. Zowel preventief, curatief als palliatief kan de diëtist met haar kennis en ervaring op het gebied van voeding, gedrag en leefstijl het verschil maken. 

2) De honoraria die vanuit het RIZIV worden vastgelegd voor terugbetaalde consultaties bij de diëtist zijn té laag en staan in schril contrast met de honoraria die andere beroepsgroepen aanrekenen. Ook wij zouden graag binnen het RIZIV over onze honoraria kunnen onderhandelen. Maar met ons gedeelde reservezitje binnen het RIZIV hebben wij niets te zeggen. 
Niet onbegrijpelijk dat we ons hierdoor ongehoord en misschien zelfs gediscrimineerd voelen. Helaas leidt deze tendens ook tot het meer en meer afhaken van diëtisten. Jobuitdagingen worden elders gezocht en steeds minder diëtisten durven zich nog te engageren om als zelfstandige aan de slag te gaan. 
Volgens hen is het 1 op 1-model (=prestatiemodel) voorbijgestreefd en moeten wij als diëtist onderdeel uitmaken van geïntegreerde zorg en programma’s zoals voorgesteld tijdens de transversale werkgroepen. Ze zijn zich ervan bewust dat de tarieven i.k.v. de zorgtrajecten (transversale werkgroepen) ondermaats zijn en dat het stopzetten van praktijken van diëtisten en diabeteseducatoren een probleem is. Maar kaatsen de vraag terug door vast te stellen dat sinds 1/4/2020 de aanpassing van de revalidatienomenclatuur voor dietiekverstrekking bij  kinderen met overgewicht of obesitas erdoor kwam met een voorzien budget van 5.000.000 € op jaarbasis. Uit de geboekte uitgaven blijkt echter dat van deze verstrekkingen in 2020 en 2021 veel minder gebruik is gemaakt dan verwacht. Ook wij, VBVD, en onze leden vinden het zonde dat de overheidsmiddelen die hiervoor vrijgemaakt worden, niet terdege werden ingezet, maar konden hiervoor de volgende redenen aanhalen: 

  1. 13 maart 2020 ging het land in lockdown; fysieke consulten niet mogelijk. Net in de periode dat de terugbetaling gelanceerd werd, nam de COVID-pandemie het land over.
  2. Mogelijks zit het verwijzen naar de diëtist ook niet in de pen van de huisarts of kinderarts. Dit voorschrift is nochtans noodzakelijk voor de terugbetaling! 
  3. Ook ons publiek is mogelijk niet goed op de hoogte van deze terugbetaalde zorg. De ouders en de jongeren moeten (meer) gesensibiliseerd worden, zowel het consultatiebureau, de huisarts en de pediater spelen hierin een belangrijke rol. 
  4. Tijdens corona stelden patiënten hun consulten uit, door de energiecrisis zien we nu meer en meer afstel!

3) De reeds opgestelde nomenclatuurnummers en de nomenclatuur die er via de transversale werkgroepen nog zit aan te komen stemt ons hoopvol naar de toekomst, aangezien onze patiënten meer terugbetaling kunnen krijgen. Maar de gangbare tarieven zouden marktconform moeten zijn en onze meerkosten (energie, alles wordt duurder) moeten dekken. Dit jaar zijn er weinig diëtisten die hun consultatieprijzen hebben aangepast om te voorkomen dat mensen deze niet konden betalen of afhaken. Kwetsbare groepen worden hierdoor nog meer gediscrimineerd terwijl iedereen toch recht heeft op goede voedingszorg. 
Hoe meer we preventief kunnen werken, hoe meer curatieve kosten we kunnen besparen.

4) Ook hebben we het kort gehad over de hype en mogelijke terugbetaling rond Ozempic® bij obesitas. Volgens ons zou een eventuele terugbetaling gekoppeld moeten worden aan coaching en ondersteuning van een diëtist in het kader van duurzame leefstijlveranderingen voor het onderhoud van dit gewichtsverlies. 

5) Onze volgende bekommernis betreft het elektronisch patiëntendossier. 
Als diëtist zijn we vaak de eersten die staan te springen om met andere professies samen te werken. Helaas zorgt het gebrek aan een elektronisch patiëntendossier ervoor dat onze communicatie met andere zorgverleners enorm bemoeilijkt wordt. Niet alleen informatie uitwisselen met zorgverleners in de eerste lijn loopt stroef, maar ook het overleg met de tweede of derde lijn.  Probeer maar eens een verslag naar een specialist in het ziekenhuis te versturen. 
Met de huidige softwareprogramma’s is dit quasi onmogelijk. Daarnaast zijn dergelijke softwareprogramma’s vaak extreem duur. Wanneer we dan aan het begin van het nieuwe jaar van Acerta een vrolijke mail krijgen met de herinnering dat je als kinesitherapeut of verpleegkundige recht hebt op een RIZIV-tegemoetkoming in de kosten van een softwarepakket en deze tegemoetkoming maar liefst 800 euro bedraagt, dan wordt het duidelijk dat we als diëtist wederom uit de boot vallen. 

De minister zei recent in de media dat hij altijd op de nagel blijft kloppen tot die in het hout zit. Ik denk dat hij dan aan ons een bondgenoot heeft!
In september spreken we opnieuw af en de minister heeft toegezegd deel te nemen aan ons panelgesprek tijdens de onze volgende bijscholing ‘Armoede’.